Er zijn verschillende Labradoodle generaties. Het is goed om je eerst in alle generaties te verdiepen, voordat je een Labradoodle koopt. De kans is namelijk groot dat de fokker in de termen F1, F2, F3 praat. Als dit zo is, is het wel zo prettig om te weten waar de fokker het precies over heeft. Wat betekent bijvoorbeeld een Labradoodle F3 en wanneer spreek je over een echte Australian Labradoodle? Meer over de generaties van de Labradoodle lees je op deze pagina.

Labradoodle F1 F2 F3

De ‘gewone’ Labradoodle, ook wel een Labradoodle Origin genoemd, krijg je als je een poedel met een labrador kruist, dan krijg je een Labradoodle F1. Kruis je twee Labradoodles F1 met elkaar, dan krijg je een Labradoodle F2. Kruis je twee Labradoodles F2 met elkaar, dan krijg je een Labradoodle F3, enzovoort.

Ook is er de Labradoodle F1B generatie. Dit is een Labradoodle F1, maar dan terug gefokt naar een poedel. Dit wil zeggen dat de nazaten uit deze worp 75 procent poedel zijn en slechts 25 procent labrador. Er zijn ook Labradoodle F2B en Labradoodle F3B generaties. Dit zijn de tweede en derde generaties Labradoodle met 75 procent poedel en 25 procent labrador.

De F generaties worden door erkende fokkers ook wel aangeduid als LO1, LO2, LO2p (F2b), LO3. Deze generaties mogen nog niet de naam “Australian Labradoodle” dragen en de kans is klein dat ze een hypoallergene vacht hebben.

De F generaties zijn dus ontstaan door het kruisen van een poedel en een labrador. Maar wanneer speek je dan van een echte Australian Labradoodle? Eerst krijg je nog een Australian Labradoodle Foundation.

Australian Labradoodle Foundation

De Australian Labradoodle Foundation, afkorting ALF, is de fundering voor de pure Australian Labradoodle.

Je krijgt een ALF door een Labradoodle Origin (maakt niet uit welke generatie) met een Cocker Spaniel te kruisen, of met een al bestaande ALF of Australian Labradoodle.

Door twee eerste generaties ALF te kruisen krijg je een ALF2, twee keer een ALF2 wordt een ALF3 enz. Alle ALF generaties hebben een hogere kans op een hypoallergene vacht dan de ‘gewone’ Labradoodle.

Het komt ook voor dat een Labradoodle ALF1 een haar verliezende vacht heeft. Als dat gebeurt wordt de hond ook wel een ALF0 genoemd. De ALF0 wordt niet meer direct gebruikt in het proces om een Australian Labradoodle te krijgen, maar de pup van een ALF0 kan weer een ALF1 worden als de andere ouder een Australian Labradoodle of een ALF zonder haar verliezende vacht is.

Pure Australian Labradoodle

Vanaf de vierde generatie ALF spreek je pas van een Australian Labradoodle. De Australian Labradoodle heeft de meeste kans op een allergie vriendelijke vacht en is zeer geschikt voor mensen met een honden allergie.

Bij alle voorgaande generaties is er nog een grote kans dat de hond een haar verliezende vacht heeft, hierdoor lopen mensen met een honden allergie nog altijd het risico op allergische reacties.

Er is een hoop verwarring bij de Labradoodle, vaak worden alle Labradoodles op één hoop gegooid, maar dat is niet terecht. In de loop der jaren zijn er verschillende honden gebruikt in het proces om een Australian Labradoodle te krijgen, alle informatie op deze pagina is volgens de richtlijnen van de ALA.

De juiste Labradoodle generatie kiezen

Als je een Labradoodle Origin wil, maakt het in feite niet zo veel uit welke generatie je mee naar huis neemt. Alleen de Labradoodle F1B ziet er beduidend anders uit dan de andere Labradoodle generaties. Wil je een hond die wat meer poedel is dan labrador, dan neem je deze generatie Labradoodle.

Vind je de Labradoodle eigenlijk wel leuk zoals hij is, 50 procent poedel en 50 procent labrador, dan neem je een Labradoodle F1, F2 of F3. Let er wel op dat de kans klein is dat deze generaties een haar verliezende vacht hebben, als je een honden allergie hebt kun je beter een Australian Labradoodle kopen.

Als je een Australian Labradoodle wil moet je opzoek gaan naar een erkende fokker. Erkende fokkers zijn aangesloten bij de ‘Australian Labradoodle Association Europe’.

Het is belangrijk dat het beestje gezond is. Koop jouw Labradoodle daarom altijd bij een betrouwbare fokker, die goed voor zijn honden zorgt. Heb je het idee dat een Labradoodle pup niet in een goede leefomgeving zit? Dan kun je dit beestje uit medelijden meenemen, maar hier kun je later flink spijt van krijgen.

Een Labradoodle pup die opgegroeid is in een slechte leefomgeving, kan namelijk veel gezondheidsproblemen krijgen in de toekomst. Het is dan ook beter om een Labradoodle te kopen bij een goede en betrouwbare fokker, die goed voor zijn pups zorgt.